Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord
08 juli 2020

Nieuwe publicatie online: vergelijking van delictplegers en niet-delictplegers Stop it Now!

Onlangs heeft The Journal of Forensic Practice een nieuw artikel online gepubliceerd waarin Julia Wilpert (onderzoekster DFZS/de Waag) en Ellen Janssen (teambegeleider bij Stop it Now!) kijken naar overeenkomsten en verschillen tussen delictplegers en niet-delictplegers die contact opnemen met hulplijn Stop it Now!

Om initiatieven voor de preventie van kindermisbruik beter vorm te kunnen geven, is het belangrijk om te weten waardoor delictplegers zich kenmerken en wat delictfaciliterende dan wel -belemmerende factoren zijn. Om hier meer zicht op te krijgen zijn voor dit onderzoek contactverslagen (van maart 2012 tot juni 2016) van de Nederlandse Stop it Now!-hulplijn (SiN-NL) bestudeerd. Stop it Now! biedt anonieme en gratis hulp aan mensen die zich zorgen maken over hun eigen of andermans seksuele gevoelens/gedrag ten opzichte van minderjarigen.

De onderzoeksgroep bestond uit 330 bellers en e-mailers (313 mannen en 17 vrouwen) die contact zochten voor zichzelf. Aan hand van hun (zelf-gerapporteerde) criminele geschiedenis werd de groep verdeeld in delictplegers en niet-delictplegers (respectievelijk 51,2% en 48,8%). De vergelijking van de groepen leverde een aantal interessante verschillen en overeenkomsten op.

Omdat een voorkeur voor minderjarigen en met name jongens bekend staat als risicofactor voor recidive van zedendelicten, zou je verwachten dat dit vaker voorkomt bij delictplegers, maar dit bleek niet het geval te zijn in dit onderzoek. Kenmerken die wel vaker voorkwamen bij de delictplegers waren onder andere suïcideneigingen en behoefte aan hulp en therapie. Op de vraag wat de deelnemers zagen als drempelverhogende en -verlagende factoren om delicten te plegen, gaven dan ook meer delictplegers aan dat professionele hulp en sociale steun voor hen belangrijk zijn om terugval te vermijden. Niet-delictplegers zagen meer het vermijden van risicosituaties (bijvoorbeeld toegang hebben tot kinderen) en hun angst voor consequenties als delictbelemmerend. Van de totale groep gaven 135 personen (waarvan ⅔ delictplegers) aan de intentie te hebben om in psychotherapeutische behandeling te gaan.

Deze resultaten geven aanknopingspunten voor onderwerpen die van belang zijn voor deze groepen en pleiten voor de waarde van een hulplijn als Stop it Now! bij het voorkomen van (herhaald) kindermisbruik door delictplegers en niet-delictplegers hulp te bieden en het publiek voor te lichten met onder andere als doel maatschappelijke vooroordelen en stigma’s te veranderen.

Het volledige artikel is te verkrijgen via:

The Journal of Forensic Practice of Researchgate